Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ook van dien dag af, dat [26]hij mij bevolen heeft hun landvoogd te zijn in het land Juda, van het twintigste jaar af, tot het twee en dertigste jaar van den koning [27]Arthahsasta, zijnde twaalf jaren, heb ik, met mijn broederen, het [28]brood des landvoogds niet gegeten. 26. De koning Arthasasta, of, God door den koning. 27. Zie Ezra 6:14. 28. Dat is, het onderhoud, dat de koning den landvoogden heeft toegelegd, en ik zowel als mijn voorzaten had mogen genieten.